De Lage Landen

 

Mode of Kleding?

 

Het experiment

 

Basisprincipes

 

Wol & linnen

 

13e eeuw: de cotte

 

15e eeuw: het maatpak

 

Workshops & Advies

 

Links

14e eeuw: de eeuw van verandering

Het kledingbeeld aan het begin van de 14e eeuw bleef ongewijzigd. Men droeg de cotte en de surcotte in diverse lengtes. Een nieuwe variant was de supertunica. Dit was in feite een surcotte waarvan de snit werds aangepast. De snit was smaller en de mouwen meer geprononceerd. Dit kledingstuk liet iets meer van de lichaamsvormen zien maar  blijft in basis het model van een cotte of tuniek.
Het steeds smaller maken van de snit maakte het noodzakelijk om vetersluitingen te maken in de zij-en achternaden. Hierdoor paste men het kledingstuk beter op het lichaam aan. Deze aangepaste cotte of tuniek werd uiteindelijk zo smal dat het kledingstuk niet meer over het hoofd aangetrokken kon worden. Hiermee start de vanaf het 2e kwart van de 14e eeuw de ontwikkeling naar op het lichaam gemodelleerde kleding. De supertunica ontwikkelde vanaf ca. 1330-40 tot een aangesloten kledingstuk dat Cotehardie werd genoemd. De Cotehardie was een overkleed met een voorsluiting. Dit was vrijwel altijd een knoopsluiting.  Een opvalende toevoeging aan de cotehardie zijn courdieres, dit zijn brede linnen stroken die aan de korte mouw werden bevestigd. Deze stroken waren enkel bedoeld om mee te imponeren; hoe langer, hoe indrukwekkender en zwieriger.

Door de ontwikkeling van het harnas van gevormd plaatijzer in de tweede helft van de 14e eeuw, werd er een jas ontwikkeld die hieronder paste. Om de druk van het harnas te verminderen werd deze jas gewatteerd. Om het harnas goed aan te laten sluiten had dit jasje meerdere panden en een knoopsluiting aan de voorkant. De eerste variatie, gipon genoemd, had een lengte tot boven de knie. Later in de 14e eeuw werd de gipon korter en ontwikkelde zicht tot een burgerlijk kledingstuk, de pourpoint. Opvallend aan de pourpoint, was de nadrukkelijk opgevulde borstpartij en de extreem grote en ronde mouwinzet, de grande assietes.
De cotte en surcotte zijn in basis geometrisch en bleven de meeste economische optie wat betreft het stofgebruik. Door te variëren met volumes en het toevoegen van patroondelen ontstond de houppelande. De houppelande was een lang en wijd overkleed dat vanaf ca. 1380 haar intrede deed, en door zowel mannen als vrouwen gedragen werd.

 

 

 

 


















Hadewijch Hilligenbacker; pijpaarden beeldjes en historisch correcte middeleeuwse kleding